De toename van obesitas en type 2-diabetes (T2D), evenals diverse bijhorende cardiometabole ziekten, is wereldwijd verantwoordelijk voor vele sterfgevallen en is nauw verbonden met bepaalde ongezonde levensgewoonten.
Volgens de gezondheidsenquête van 2018 is niet minder dan 16% van de Belgische volwassenen zwaarlijvig en is bij 5,9% van hen diabetes type 2 vastgesteld. [1]
Zuivelprodukten en in het bijzonder yoghurt hebben bijzondere belangstelling gewekt sinds een toenemend aantal studies [2] [3] [4] hebben gerapporteerd dat op menselijke schaal de consumptie van yoghurt geassocieerd zou worden met eenlagere gewichtstoename , een vermindering van niet-alcoholische vetleverziekte en een vermindering van de incidentie van T2D. Uit een cohortstudie in de Verenigde Staten [5] bleek dat een toename van de yoghurtconsumptie met meer dan een halve portie per dag gepaard ging met een vermindering van het risico op T2D met 11%. Hypotheses suggereren dat melkzuurbacteriën bij deze observaties betrokken zijn, maar de moleculaire mechanismen op menselijke schaal blijven onbekend.
Een studie probeerde vervolgens het effect van de consumptie van yoghurt op de ontwikkeling van insulineresistentie voor het hele lichaam en weefsel in een aan obesitas DT2 gerelateerd muismodel te analyseren, , waarvan de resultaten hieronder worden gepresenteerd. De potentiële rol van de darmmicrobiota en de levermetabolische routes werd ook onderzocht. [6]
Yoghurtconsumptie behoudt glucose homeostase en insulinegevoeligheid bij muizen
Volgens de publicatie werd een significant verschil in bloedglucose- en insulinerespons waargenomen bij zwaarlijvige muizen die yoghurt te eten kregen, waardoor als hypothese kongestelld worden dat yoghurt tot een betere glucosehomeostase en insulinegevoeligheid zou leiden.
Door transplantatiestudies van fecale microbiota kon aangetoond worden dat het gunstige effect van yoghurt op de insulinegevoeligheid gedeeltelijk te danken is aan veranderingen in de samenstelling en de functie van de intestinale microbiota.
De rol van de intestinale microbiota in het gunstige effect van yoghurtconsumptie
De darmmicrobiota wordt steeds meer erkend als een sleutelfactor bij aan obesitas gerelateerde T2D en leverziekten. Veranderingen in de samenstelling van de darmmicrobiota zijn in verband gebracht met yoghurtconsumptie en er is een toename van melkzuurbacteriestammen waargenomen. Deze veranderingen zijn gecorreleerd met een verbetering van de metabole parameters, zoals een betere glucosehomeostase en insulinegevoeligheid.
Yoghurt consumptie voorkomt steatose en lever disfunctie bij muizen
De lever lijkt een belangrijk doelwit te zijn voor de werking van yoghurt. Er werd namelijk vastgestelld dat yoghurtconsumptie de accumulatie van levertriglyceriden verhinderde, gekoppeld aan een lagere genexpressie van leverenzymen die verantwoordelijk zijn voor het vetzuurmetabolisme.
Een belangrijke bevinding was bovendien dat het gehalte aan vertakte-keten-hydroxyzuren (BCHA's) hoog bleef bij zwaarlijvige muizen die yoghurt te eten kregen. Deze overvloed aan deze verbindingen is gerelateerd aan verbetering van metabolische parameters, zoals de glucose homeostase. Deze metabolieten ontstaan tijdens de fermentatie van melk en worden geconcentreerd in yoghurt.